Geschiedenis: tijdlijn

Vanaf het begin van de middenbouw wordt gewerkt met de tijdlijn. Hieronder volgt de klassikale introductie van de tijdlijn. Het gaat er om de kinderen een idee van de verleden tijd te geven, van lang geleden en heel lang geleden.

Eerdere generaties

Hoe was het vroeger?

Bij de leeskistjes van taal zit ook het blikje ‘verleden tijd’, het verhaal van het meisje Maria die in 1903 acht jaar was. Ze vertelt hoe het leven toen was en geeft voorbeelden uit het dagelijkse leven.

Dit is een prima aanknopingspunt voor vergelijkingen met nu.

Kijk ook verder: hoe was het voor je ouders? je grootouders?

Prehistorie als voorbeeld van heel vroeger

Bezoek aan het prehistorisch dorp in Eindhoven. Ga alleen naar het prehistorische deel en sla de middeleeuwen over (die komt later een keer aan de orde). Hoe was het vóór onze jaartelling? Kijk en vergelijk. Hoe leefden de mensen? Wat aten ze? Let speciaal op alle handvaardigheid uit die tijd: pottenbakken, weven, houtbewerken, vlecht-technieken en dergelijke.

Ga in de klas aan het werk met deze technieken, een leuke samenwerking met het vak Creatief.

Bespreek de werkstukken. Wat zou je nog meer nodig hebben in de prehistorie? Hoe zou je daar aan moeten komen.

Maak een leestafel met boeken over de prehistorie. Lees verhalen voor over die tijd.

Misschien is er interessant film-materiaal voor kinderen.

Introductie van de tijdlijn

Gebruik als tijdlijn een lat of touw langs de muur met haakjes, bijvoorbeeld een lat van ruim 4 meter met om de 2 cm een spijkertje of haakje om kaartjes (aan een lusje) op te hangen. Die 2 cm is een tijdafstand van 10 jaar. De tijdlijn gaat van het jaar 0 tot nu, waarbij er een ruimte is vóór het jaar 0. Geef aan dat de prehistorie ver voor het begin van onze jaartelling ligt en hang daar een kaartje met een afbeelding over de prehistorie. Hang ook kaartjes met geboortedata op van het meisje Maria (uit het blikje ‘verleden tijd’) en van de ouders en grootouders van enkele leerlingen. Doe dat ook met andere belangrijke data, zoals hun trouwdag, verhuizing en dergelijke. Deze kaartjes komen allemaal dicht bij elkaar aan het eind.

Eigen tijdlijn

De leerlingen maken een eigen tijdlijn op een lange strook papier. (Bijvoorbeeld één meter lang, 15cm breed, langs de onderkant een lijn met om de centimeter een streepje met daaronder in het klein het jaartal. Elk tiende jaartal groter of in kleur weergeven.) De leerlingen schrijven hun namen en die van hun familieleden bij het juiste geboortejaar. Daarna kunnen er meer bijzondere gebeurtenissen in de lijn aangegeven worden (met potlood, dan kan het nog aangepast worden).

Werken met de tijdlijn

De tijdlijn kan in de komende tijd steeds meer gevuld worden met verschillende kaartjes. Maak de kaartjes zelf of samen met de leerlingen. Schrijf kort de gebeurtenis op het kaartje, maak een tekening of plak er een plaatje op. Hang kaartjes op over de verhalen die zijn voorgelezen, de gebeurtenissen en uitvindingen die besproken zijn en dergelijke. Probeer verhalen en gebeurtenissen te behandelen die verspreid zijn over de hele tijdlijn. Heel leuk is het werken met een thema, bijvoorbeeld kleding. Pak dan kaartjes van dezelfde kleur en teken of plak er afbeeldingen op van typische kleding uit verschillende tijden.