Taal-thema: eten en drinken

Dit is een les-project voor beginnende lezers. Van de kinderen wordt verwacht dat ze zinnen en eenvoudige teksten kunnen lezen.

Dit taal-thema kan zowel klassikaal als individueel aangeboden worden. Bij klassikaal aanbod kunnen enkele opdrachten in de kring gedaan worden. Heel goed gaat dat met het matrix-kleed en de woordkaartjes. De leerkracht legt het kleed in de kring en de kinderen mogen de kaartjes op de juiste plek leggen. Ook is het goed om klassikaal uitleg te geven over lettergrepen en daar op het bord voorbeelden van te geven. De leerkracht legt de spelling uit naar aanleiding van de open en gesloten lettergrepen. In de opdrachten komen de kinderen dit dan ook weer tegen. Aan de hand van het versje 'zeven' kan de leerkracht uitleg geven over woordsoorten en enkele bord-oefeningen daarover doen. Verder is het goed om de kinderen in de kring veel ervaringen te laten vertellen over eten en drinken: 'wat eet/drink je vaak/nooit?','waar komt al dat eten en drinken vandaan?', 'wat doe je in de keuken?', 'wat kun je al klaarmaken?' 'hoe organiseer je een picknick?' en dergelijke.

Dit taal-thema kan verder uitgebreid worden met boekjes over eten en drinken.

Taal-items die aan de orde komen:

(D = doe-doosje, L = leesblad, W = werkblad)

  1. woordenschat (alles)
  2. leesbegrip (bijna alles)
  3. spelling (W:2,3,4,6,7,8,10,11)
  4. woordsoorten (W9)
  5. werkwoorden (W6,W8)
  6. enkelvoud – meervoud (W6)
  7. woordherkennig (W12)
  8. samengestelde woorden (D4)
  9. woorden met 'ei' (W7)
  10. lettergrepen (D1, D3)
  11. chronologische volgorde (D5, D7)
  12. rijm (L1, L4,W7)

De gele kijk-kaarten

Door deze opdrachten trainen de kinderen hun alertheid op visuele details. Ze oefenen het formuleren van antwoordzinnen en het vertellen van een verhaaltje. De kaarten kunnen het beste in tweetallen verwerkt worden. Samen zoeken is leuk: om de beurt een ding zoeken, of : wie ziet het het eerst? Bij de kijk-strips staan de vragen op de achterkant. Laat de kinderen eerst samen kijken. Dan kunnen ze om de beurt een vraag stellen en de vragen beantwoorden. Daarna kunnen ze het verhaaltje aan de hand van de plaatjes aan anderen (leerkracht, hulpkracht, andere kinderen) vertellen. De vragen geven houvast bij het navertellen van het verhaaltje.

1 . zoek en tel: details zoeken, tellen en vertellen

2 . boodschappen doen: details zoeken, woordjes lezen, gebeurtenissen bekijken en bespreken

3 . groente is gezond: lezen, verschillende soorten groente herkennen

4 . Loeki en de koeien: kijken en vertellen, vragen op de achterkant

5 . Loeki in het restaurant: kijken en vertellen, vragen op de achterkant

De doe-doosjes

In deze doosjes zitten eenvoudige taal-opdrachten die de kinderen heel goed in tweetallen kunnen doen. De kinderen leggen woordkaartjes bij afbeeldingen of voorwerpjes, zoeken delen van woorden en zinnen bij elkaar en leggen zinnen op volgorde. Er zit enig verschil in moeilijkheidsgraad in de doosjes, het is dus goed om de volgorde (enigszins) aan te houden.

picknick-koffer met:

1. belegde broodjes

instructie volgen, beschrijven; ingrediënten voor belegde broodjes van textiel

…………………………………………………………………………………………………………………………….

2. hartige hapjes

woorden in het geheel en in lettergrepen , zoek de afbeelding erbij

……………………………………………………………………………………………………………………………..

3. kleine knabbels

zakjes met knabbels, woordkaartjes, lettergreep-kaartjes; woorden maken en zakje erbij zoeken

……………………………………………………………………………………………………………………………

4. keukengerei

zinnen maken, afbeeldingen en woorden combineren; als puzzel zelfcorrigerend

…………………………………………………………………………………………………………………………….

5. elektrische apparaten

afbeeldingen en woordkaartjes, woord ook in lettergrepen op het kaartje

…………………………………………………………………………………………………………………………….

6. samengestelde woorden

omschrijving van samengestelde woorden, losse woordjes combineren

…………………………………………………………………………………………………………………………….

7. melk van wei tot winkel

zinnen op chronologische volgorde leggen

……………………………………………………………………………………………………………………………..

8. picknick-kleed

woordkaartjes in matrix-tabel (kleed) leggen

…………………………………………………………………………………………………………………………….

9. wat gebeurt er in de keuken

zinnen van verhaaltje op volgorde leggen, drie verhaaltjes (3 kleuren)

…………………………………………………………………………………………………………………………

De lees-bladen

1. zeven,zeven,zeven

versje met verschillende woordsoorten, (ook als werkblad)

2. kaas maken op de boerderij

artikel uit kindertijdschrift Okki

3. zuivel

informatie over verschillende soorten zuivel

4. het fluitketeltje

gedicht van Annie M.G. Schmidt met uitleg over kolenfornuis

5. deeg is lekker

Jip en Janneke verhaal van Annie M.G. Schmidt

De werkbladen

In de werkbladen komen allerlei oefeningen en werkvormen aan de orde. De kinderen lezen, schrijven, kleuren, tekenen en combineren. De opdrachten zijn gericht op het oefenen van het lezen en de juiste spelling. Ook maken de kinderen kennis met de eerste woordsoorten (telwoord, naamwoord, werkwoord). Er zit een opbouw in moeilijkheidsgraad in de werkbladen. Het is dus het beste om de volgorde (enigszins) aan te houden.

1. appel-boekje

boekje maken, lezen, op volgorde plakken

……………………………………………………………………………………………………………………………..

2. hoe heet dit fruit

fruitsoorten, herkennen en (over-)schrijven

3. wat is hier allemaal geoogst

groente en fruit, herkennen en (over-)schrijven

…………………………………………………………………………………………………………………………….

4. de picknick

lezen, tekenen, (over-)schrijven

5. tafels dekken in het restaurant

handelingen lezen en resultaat tekenen

…………………………………………………………………………………………………………………………….

6. de koks in het restaurant

meervoudsvorm van werkwoorden, meervouden van zelfst. Naamwoorden

7. picknick met ei

woorden met 'ei' herkennen en aangeven, verhaaltje op rijm

…………………………………………………………………………………………………………………………….

8. werk in de keuken

werkwoorden (over-)schrijven en met afbeelding combineren

9. woordsoorten

telwoord, naamwoord en werkwoord herkennen

……………………………………………………………………………………………………………………………..

10. waar zit al dat eten en drinken in

verpakkingen (over-)schrijven, woorden van etenswaren herkennen

11. de verpakking en de inhoud

zinnen maken en opschrijven

…………………………………………………………………………………………………………………………….

12.woordzoekers

woorden lezen en herkennen

…………………………………………………………………………………………………………………………

Extra werkbladen:

1. kleurplaat oogst (randversiering)

de afbeelding van werkblad 3 zonder woorden, je kunt er zelf nog iets in schrijven of tekenen

2. ronde kleurplaat groente en fruit

zoek de vruchten en kleur ze in (met voorbeeld)

……………………………………………………………………………………………………………………………….

3. rekenboekje: bij de bakker

hoeveelheden van koekjes en broden bij de bakker

………………………………………………………………………………………………………………………….

En verder:

Het is leuk en leerzaam om dit thema verder uit te breiden.

• De leerkracht kan echte groenten en fruit mee in de klas nemen om te benoemen, te bekijken, na te tekenen en eventueel te verwerken in een gerecht.

• De kinderen kunnen plaatjes van eten en drinken verzamelen.

• Ze kunnen 'restaurantje spelen', waarbij ze leren tafels mooi te dekken en de klanten vriendelijk te bedienen.

• Ze kunnen eenvoudige gerechten leren bereiden, zoals een salade of fruitkwark.