Handleiding

Vakoverschrijdend themaproject: Pinda’s

Een project voor de middenbouw (6-9 jaar)

– rekenen, (A1, B8, C3)

– taal, (A2, B4, C1)

– wereldoriëntatie, (B1)

– natuur, (B2, B3)

– voeding, (B4, B5, B6, B7)

– creatieve vorming, (B9, C2)

Er zijn klassikale lessen (A) voor de hele klas (of een deel van de klas) waar rekenen en taal aan de orde komt.

Verder zijn er lees- en doe-bladen (B) voor de verwerking in tweetallen.

De doe-opdrachten (zaaien, koken) kunnen met een groepje onder begeleiding gedaan worden.

En er zijn kopieerbladen (C), voor individuele verwerking; één kopieerblad met het rekenspel is voor een groepje.

Let op! Sommige kinderen zijn allergisch voor pinda’s. Bij het tellen, pellen en verwerken van pinda’s kunnen zij beter niet meedoen.

Inhoud van de map:

– Handleiding, met beschrijving van de lessen

A.) klassikale lessen

B.) leesbladen:

  1. Waar komen pinda’s vandaan?
  2. De pindaplant
  3. Kweek zelf een pindaplantje.
  4. Pinda’s zijn lekker en gezond.
  5. Pinda-olie, Pindakaas
  6. Pindasoep uit Ecuador
  7. Pinda-koekjes
  8. Rekenverhaal met pinda’s
  9. Pinda-poppetjes

C.) kopieerbladen:

  1. Woordzoekers
  2. kleurplaat
  3. dobbelspel

A.) Klassikaal

Introductie

Benodigdheden:

een grote zak pel-pinda’s (500 gram = ca. 230 stuks)

per kind een schoteltje of bakje

Verdeel de schoteltjes.

Lat de zak pinda’s zien. Stel vragen en laat de kinderen vertellen.

Wat is dit? Wat kun je er mee doen? Hoe krijg je het nootje eruit? Eet je ze vaak?

Vervolg

1.) Rekenen

Bespreek samen: hoe kun je het beste handig tellen? (groepjes van 10 maken)

Laat de pinda’s tellen (schrijf op).

Bespreek verschillende mogelijkheden om ze te verdelen(verdeel-strategieën):

– één voor één bij iedereen op het schoteltje leggen;

– met twee tegelijk op het schoteltje leggen;

– eerst op een tafel groepjes maken;

– berekenen met een deel-som;

– berekenen met behulp van een deelbord of ander rekenmateriaal;

– zijn er nog meer mogelijkheden?

De meeste pinda-peulen hebben twee pinda’s, maar er zitten waarschijnlijk ook enkele kleinere peulen in de zak met één pinda. Behandel en verdeel die apart.

Bespreek alle verdeel-mogelijkheden uitgebreid. Probeer eerst te berekenen en laat ze dan met twee tegelijk verdelen. Laat de kinderen zoveel mogelijk op hun eigen niveau meedoen met de les. Op verschillende manieren kan gerekend worden, en de jongsten mogen tellen en verdelen.

Iedereen krijgt even veel pinda’s en de rest wordt apart gehouden. Wie kan de pindanootjes er heel uit krijgen? Laat enkele kinderen het voor doen. De kinderen doppen de pinda’s en proberen ze heel te houden (fijne motoriek). Ze mogen ze nog niet opeten, maar leggen de pinda’s op hun schoteltje. Dan eerst de tafeltjes (en de vloer?) schoonmaken.

Na een korte (schoonmaak)pauze bespreken we het resultaat. Hoeveel pinda’s heeft iedereen? Dat zal misschien niet gelijk zijn als er een paar lege doppen bij zaten. Ook verschrompelde pinda’s gaan er uit en worden vervangen voor pinda’s uit de apart gelegde rest.

Wie heeft ze niet heel kunnen houden? Tel dan twee halve voor één hele.

Schrijf het aantal pinda’s per kind op het bord.

Hoeveel halve pinda’s zijn er in totaal?

Laat ze tellen en schrijf op. Hoeveel helen zijn dat dus?

Schrijf op: bijv. 56 halve = 28 hele (introductie breuken)

Schrijf ook de breuk op: 56/2 = 28

Hoeveel hele zijn er in totaal?

Laat ze tellen en schrijf op. Als we ze zouden splitsen, hoeveel halve zouden

we dan hebben? Schrijf op: bijv. 380 hele = 760 halve ; 380 = 760/2

Verder met de kinderen **hoofdrekenen oefenen:**Hoeveel hele krijg je met 12 halve? Hoeveel halve krijg je met 12 hele? Enzovoorts.

Als afsluiting een spelletje vormherkenning. Ieder kind splitst vijf pinda’s en geeft de tien helften aan een ander kind. Die probeert dan de helften bij elkaar te vinden. Lukt dat ook met meer?

En tot slot mogen de pinda’s opgegeten worden.

Individuele verwerking:

Het getal (X) staat op het bord, zoveel pinda’s heeft iedereen gehad.

Dit getal is de basis van de individuele opgaven met vermenigvuldigen en delen.

Geef een opgave mondeling:

“Hoeveel pinda’s hebben twee kinderen samen?”

Schrijf op: (X) x 2 =

De volgende opgave mondeling:

“Wat als iemand de pinda’s thuis verdeelt met een broertje?

Hoeveel krijgt ieder dan?”

Schrijf op: (X) : 2 = (E****en rest is mogelijk, die tellen we even niet mee.)

Schrijf meer sommen over samenvoegen op het bord: (X) x 3 = , (X) x 4 =

(en afhankelijk van het aantal pinda’s, nog meer).

En sommen over verdelen thuis: (X) : 3 = , (X) : 4 =

Maak het niet te moeilijk. Wie wil mag rekenmateriaal gebruiken.

Geef ze de tijd. Wie klaar is mag verder met de andere opdrachten van dit project. Als iedereen de antwoorden heeft, deze kort bespreken. Dat kan ook de volgende dag.

2.) Taal

A.) Klassikaal lesje:

Meervoudsvormen met ‘s.

Schrijf op het bord: Een pinda – meer pinda’s

Geef aan: woorden hebben -‘s als meervoud als aan het einde een een lange klinker a, i, o, u, of y staat, dus: pinda’s.

Wie weet er nog meer? Laat de kinderen nadenken en schrijf zoveel mogelijk woorden op het bord. Als er spontaan niets (meer) komt geef dan aan dat we de lijst de komende dagen aanvullen. Ze kunnen er verder nog over nadenken. Laat de kinderen ook zoeken in woordenboeken en dergelijke. Vul steeds verder aan en bespreek de lijst na een paar dagen. Laat ze alle woorden overschrijven.

(baby’s, auto’s, radio’s, piano’s, jury’s, oma’s, opa’s, ski’s, menu’s, mini’s, lama’s, accu’s, alinea’s, mama’s, papa’s, paraplu’s, taxi’s, lolly’s, pony’s, pyjama’s, duo’s, firma’s, hyena’s, enz.)

B.) De lees- en doe- bladen:

A4 kaarten voor verwerking in tweetallen. Samen lezen en bespreken. Ieder schrijft in zijn eigen schift. Plantjes kweken, soep koken en pindahapjes maken kan met een groepje onder begeleiding.

3.) Wereldoriëntatie

1.) Waar komen pinda’s vandaan?

Pinda’s komen uit verschillende landen die staan aangegeven op een wereldkaartje. De kinderen zoeken deze landen op de wereldbol.

…………………………………………………………………………………………………………………………..

Natuur:

2.) De pindaplant

Over de groei van pinda’s. Op de achterkant een woordpuzzel met de woorden van de voorkant.

……………………………………………………………………………………………………………………………

3.) Kweek zelf een pindaplantje.

Ongebrande pinda’s in potten zaaien en verzorgen.

………………………………………………………………………………………………………………………….

Voeding:

4.) Pinda’s zijn lekker en gezond

Beschrijving van verschillende soorten bewerkte en onbewerkte pinda’s. Met een schrijfopdracht over eigen smaak en ervaringen.

………………………………………………………………………………………………………………………………

5.) Pinda-olie / pindakaas

Informatie over de productie van pindaolie en pindakaas. Met open vragen over de tekst.

…………………………………………………………………………………………………………………………….

6.) Pindasoep uit Ecuador

Eenvoudig recept. Uiteraard alleen te maken samen met een volwassene.

…………………………………………………………………………………………………………………………

7.) Pinda-koekjes

Bakken in de oven.

…………………………………………………………………………………………………………………………

Rekenen

8.) Rekenverhaal met pinda’s

Rekenen met hele en halve. Antwoorden op kaartje.

………………………………………………………………………………………………………………………….

Creatief

9.) Pinda-poppetjes

Maak van dop-pinda’s poppetjes en dieren.

………………………………………………………………………………………………………………………….

C.) De kopieerbladen

1.) Woordzoekers

Met woorden die te maken hebben met pinda’s. Ze staan van links naar rechts en van boven naar beneden. Streep ze door in de puzzel. De overgebleven letters vormen een woord.

……………………………………………………………………………………………………………………………..

2.) Kleurplaat

Pindaplant, pinda’s en vogeltje om in te kleuren.

…………………………………………………………………………………………………………………………..

3.) Dobbelspel , 3 tot 6 personen , hoofdrekenen

Benodigdheden: voor iedereen 10 pel-pinda’s, schaar, dobbelsteen.

Kaartjes met sommen uitknippen.